- rijkelijk
- {{rijkelijk}}{{/term}}1 [kwistig] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 généreux 〈v.: généreuse〉; 〈bijwoord〉 généreusement2 [overvloedig] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 abondant; 〈eten〉 copieux 〈v.: copieuse〉; 〈bijwoord〉 abondamment; 〈eten〉 copieusement3 [te veel] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 trop de; 〈bijwoord〉 trop♦voorbeelden:2 een rijkelijk maal • un repas copieuxrijkelijk geven • donner généreusementde natuur heeft hem rijkelijk bedacht • il a été gâté par la naturerijkelijk gebruik maken van iets • faire un abondant usage de qc.3 er zit rijkelijk zout in het eten • il y a trop de sel dans la nourrituredie japon is rijkelijk laag uitgesneden • cette robe est trop décolletéedat is rijkelijk laat • ce n'est pas trop tôt
Deens-Russisch woordenboek. 2015.